historie bruynzeel deuren

 

 

Een groot deel van de collectie jongere deuren van www.oudedeur.nl bestaat uit zogenaamde Bruynzeeldeuren (meer dan 1000 stuks ). Dit zijn deuren die vanaf 1921 door de firma Bruynzeel werden vervaardigd en die te herkennen zijn aan een standaardmaat en een standaardvorm.

 

 

Standaardisatie in de bouw

Aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw werden productieprocessen in toenemende mate gemechaniseerd en producten gestandaardiseerd. Dat proces is niet aan de toeleveranciers van de bouw voorbij gegaan. We treffen het aan in de baksteenindustrie, maar ook in de houtverwerkende industrie. Door die mechanisatie en standaardisatie konden, sneller dan voorheen, producten van dezelfde kwaliteit worden geleverd. Daarnaast vonden er op technisch gebied allerlei vernieuwingen plaats. Zo kwamen er technieken om hout sneller en beter te drogen. In 1905 werd in Amerika triplex uitgevonden waardoor ook mindere houtsoorten, zoals berk, konden worden gebruikt. Kromtrekken van stijlen van deuren werd voorkomen door deze in de lengterichting in tweeën te zagen en de beide delen omgekeerd aan elkaar te lijmen.De grote bouwgolf na 1880 en in het begin van de 20e eeuw leidde tot de Woningwet van 1901, waarin, uit sociale overwegingen, de kwaliteit van de bouw gereguleerd werd. De Eerste Wereldoorlog vormde een onderbreking in dezebouwgolf door gebrek aan materialen. Toen in de jaren ’20 buiten Nederlandwerd opgebouwd wat er in de oorlog was verwoest, steeg de vraag naar bouwmaterialen,zoals deuren, enorm. In Nederland werd in rap tempo sociale woningbouwgerealiseerd. De firma Bruynzeel was in 1921 de eerste, die besloot seriematig deuren te gaan vervaardigen. Deze fabriek was een afsplitsing van deoudere stoomtimmerfabriek van Bruynzeel die was gevestigd in Rotterdam. Voorde oprichting van de deurenfabriek in Zaandam werd eerst in Amerika gekekennaar de haalbaarheid van zo`n specifieke fabriek. Ook de benodigde machineskwamen uit Amerika.

Afb. 3. 1. Bruynzeeldeur met een schuin profiel;

foto1.png



2. Niet-Bruynzeeldeur met een rond profiel.

foto2.png

De soorten Bruynzeeldeuren

De deuren van Bruynzeel werden gemaakt van vurenhouten stijlen en dorpels, die met deuvels in elkaar werden gezet (afb. 1). De stijlen en dorpels werden aan de binnenzijde afgewerkt met het, voor Bruynzeel kenmerkende, schuine profiel.

Afb. 1. Aanzicht van een Bruynzeeldeur.

1. stijl; 2. dorpel; 3. paneel; 4. profiel; 5. deuvels.

foto3.png

Later pasten andere timmerfabrieken, die de concurrentie met Bruynzeel aangingen, afwijkende profileringen toe, zoals een kwartrond (afb. 2 en 3). In stijl en maat komen deze deuren overeen met die van Bruynzeel (vergelijk afb. 4 en 5). De ruimte tussen de stijlen en dorpels werd ingevuld met berken multiplex of glas. De maat van de deuren werd door Bruynzeel gestandaardiseerd. De hoogte van de deuren werd 201,5 cm of 211,5 cm; de breedte 58, 63, 68, 73, 78, 83  (of 88 cm welke zelden gemaakt werd). Deze standaardmaat is nog altijd van toepassing. Kastdeuren hadden vaak de smalle maten van 58, 63 of 68 cm; binnendeuren de bredere maten. Bruynzeel leverde een groot aantal standaardmodellen. Dichte deuren, met een aantal panelen die liggend of staand waren aangebracht (afb. 6 en 7), deuren met glas waarbij onderscheid gemaakt werd in deuren die alleen bovenin een stuk glas hadden (bovenlichtdeur) en deuren met bijna alleen maar glas (glasdeur). Afhankelijk van de soort deur kon het stuk glas gedeeld worden door een serie houten roeden (afb. 5, 8 en 9). Bruynzeel leverde ook suitedeuren. Vaak werden hiervoor twee glasdeuren met roeden gebruikt die, om te kunnen schuiven, werden aangepast. Kastdeuren waren te verkrijgen met een voor(= kamer)- zijde waarop behang geplakt kon worden. Naast deuren fabriceerde Bruynzeel vanaf 1938 ook onderdelen voor keukens. Het glas in de deuren kon blank of gefigureerd zijn. Er waren verschillende soorten gefigureerd glas, die, vanaf ongeveer 1915, gebruikt werden. Twee daarvan werden veel gebruikt in Bruynzeeldeuren: het ‘spinnenwebje’ en de ‘bergjes’ (afb. 10 en 11). Naast gewoon glas kwam de toepassing van glas in lood vooral na de Tweede Wereldoorlog in opmars. Vaak was dit heel eenvoudig rechthoekig glas in lood zonder kleuren (afb. 12). Voor deurkrukken werd veelal bakeliet gebruikt. Vóór de Tweede Wereldoorlog maakte men de bakelieten deurkruk met een ijzeren gedeelte (afb. 13), maar na 1945 kwamen deurkrukken die geheel van bakeliet waren in de handel (afb. 14).

Afb. 4. Niet-Bruynzeeldeur met twee staande panelen en drie ruiten.

foto4.png

Afb. 5. Bovenlichtdeur van Bruynzeel met drie staande panelen en drie ruiten.

foto5.png

Afb. 6. Bruynzeeldeur met vier staande panelen;

foto6.png

Afb. 7. Bruynzeeldeur met vier liggende panelen uit de tijd van de Wederopbouw;

foto7.png

Afb. 8. Bovenlichtdeur van Bruynzeel met twee kruislings geplaatste houten roeden en twee staande panelen;

foto8.png

Afb. 9. Glasdeur van Bruynzeel met 10 ruiten;

foto9.png

De Bruynzeeldeur tijdens de Wederopbouw

Aan het eind van de jaren ’40 werden in Nederland, tijdens de Wederopbouw in snel tempo nieuwe woningen gebouwd om alle in de Tweede Wereldoorlog beschadigde en gebombardeerde woningen te vervangen. Nieuw daarbij was een verder doorgevoerde standaardisatie en het in de fabriek prefabriceren van delen van woningen, die op de bouwplaats konden worden gemonteerd. De standaarddeuren van Bruynzeel pasten goed in dit proces. Opvallend is dat in deze periode vooral de vierpaneels (zie: afb. 7) en soms de vijfpaneels Bruynzeeldeuren werden gebruikt en nagenoeg geen deuren met horizontale of verticale roeden en panelen meer. Wel werd bij slaapkamer- en keukendeuren het bovenste paneel vervangen door glas. (afb. 15 en 16). Voor suitedeuren en ook tocht- en keukendeuren werden soms glasdeuren met roeden of met glas in lood gebruikt (zie: afb. 9 en 12), als ook in hangende keukenkastjes. Tot ongeveer 1960 zijn de vierpaneels Bruynzeeldeuren veelvuldig toegepast. De mode verlegde zich toen naar strakke interieurs, waarin voor profileringen met stofnesten geen ruimte meer was. De particulier spijkerde daarom board over de originele deur. De deuren met spijkergaatjes in de collectie van oudedeur zijn daarvan een getuige. Bruynzeel speelde in op deze strakkere trend door de productie te verleggen naar vlakke deuren zonder panelen of glas.De aanzet voor deze strakkere deuren was trouwens door Bruynzeel al in dejaren ’30 gegeven. Door de herstructurering, die in veel gemeenten plaatsvindt, staan veel panden uit de Wederopbouwperiode op de nominatie gesloopt te worden.

 

Afb. 10. Gefigureerd glas, het type ‘spinnenwebje’ ;

foto10.png

Afb. 11. Gefigureerd glas, het type ‘bergjes’ ;

foto11.png

Slot

Zoals vaker in de geschiedenis van architectuur en kunst heeft plaatsgevonden, keert de mode terug in vroegere voetsporen en zet zich af tegen wat zoal in voorgaande perioden is geproduceerd. Dit verklaart enerzijds de ‘slechte’ naam van (vlakke) Bruynzeeldeuren en anderzijds de hernieuwde opkomst van deuren met panelen en glas. Als een eigenaar van een pand uit de jonge periode de moeite neemt om het pand terug te brengen naar de oude staat, dan zal hij zeker ook rekening moeten houden met de stijl van het pand en de materialen die erbij passen. Een Bruynzeeldeur is weliswaar niet vreselijk oud, maar voorzien van origineel deurbeslag verhoogt ze beslist de beleving en de historische waarde van een interieur, waarin die elementen van oorsprong thuishoren.

Afb. 13. Bakelieten deurkruk met een ijzeren gedeelte en een ijzeren deurrozet.

foto13.png

Afb. 14. Deurkruk die geheel uit bakeliet bestaat;

foto14.png

Afb. 12. Glasdeur van Bruynzeel met rechthoekig glas in lood;

foto12.png

 

Afb. 15. Bruynzeeldeur waarbij het bovenste paneel is vervangen door glas;

foto15.png

Afb. 16. Bruynzeeldeur met vier panelen en een ruit;

foto16.png

 

 

 

met dank aan stichting m en m

www.oudedeur.nl

© 2009 - 2024 Oudedeur - paneeldeuren : | sitemap | rss